P. Cyriel Nys
Na het overlijden van pater Lamy in 1949 werd pater Cyriel Nys op 16 januari 1950 tot abt gekozen. Als oud procurator generaal van de orde was hij een wijs bestuurder. Hij verrijkte de bibliotheek en de sacristie aanzienlijk en bracht grote verbeteringen aan in de gebouwen. Hij staat vooral bekend om zijn rol in de herleving van de brouwersactiviteiten van Leffe. In 1952 ontmoette abt Nys Albert Lootvoet, bierbrouwer in Overijse, en legde hem de financiële moeilijkheden van de abdij voor. In samenwerking met abt besloot Albert Lootvoet de brouwerstraditie van de abdij te hervatten met respect voor de vroegere werkwijze. Geleidelijkaan hielp de opbrengst van het bier de gemeenschap, die inmiddels uit 47 leden bestond, uit de financiële problemen.
P. Marc Mouton
In 1963 volgde Marc Mouton Cyriel Nys op als abt. Met de opbrengst van de brouwerij werden in deze periode grote werkzaamheden uitgevoerd: de verbouwing van de sacristie, de verbreding van de ramen aan de zuidkant en de aanleg van een toegangsweg achter de gebouwen. De periode van het Concilie bracht ingrijpende veranderingen in de tijdsindeling (opstaan om 6 uur in plaats van 4.15 uur), het gebruik van de Franse taal in de liturgie. Het werd een periode van uitproberen, zoeken en soms ook van spanningen, want zulke veranderingen weekten flinke emoties los.
P. François Martens
In 1981 werd François Martens tot abt gekozen, nadat de functie twee jaar vacant was geweest. Hij had het genoegen de gemeenschap te zien groeien met jonge, nieuwe roepingen. Deze jonge mensen waren welkom na de magere jaren die volgden op het Concilie. Minder gehinderd door materiële zorgen, kon de gemeenschap zich beter wijden aan de pastorale taken, en stap voor stap een religieus en cultureel ontmoetingscentrum worden, thuishaven van een tiental parochiepriesters en toevluchtsoord voor jongeren.
P. Bruno Dumoulin
Pater Bruno Dumoulin, prior van de abdij vanaf 1968, werd gekozen tot de dienst van de leiding en volgde op 29 mei 1989 prelaat Martens op. Tijdens zijn ambtsperiode volgden sterfgevallen en wijdingen elkaar in snel tempo op. De gemeenschap ontplooide zich opnieuw en vitaal. De communiteit raakte geworteld in het bestuur van parochies in de omgeving, zoals Bouvignes en Leffe. De gemeenschap experimenteerde met een priorij parochie in de parochies Couthuin en Burdinne in het bisdom Luik: een kleine gemeenschap van ten minste drie kanunniken die een pastorale sector bedienen maar daarbij het gemeenschappelijke leven en gebed voorzetten. De bouw in 1996 van een nieuw orgel, onder leiding van prior Patrick Johnson, betekende een belangrijke culturele en liturgische bijdrage in de geschiedenis van de abdij. De verdieping van de norbertijner identiteit, waaraan een proefschrift over Adam Scotus, van de hand van pater Norbert Reuviaux heeft bijgedragen, blijft aan de orde van de dag, in het bijzonder door middel van de vernieuwde constituties van de Orde, maar ook door de voortdurende zelfstudie om anderen als menselijke wezens, gedoopten, geestelijken, priesters te ontdekken die allemaal geroepen worden tot communio.
P. Benoît Carniaux
Pater Benoit Carniaux is om 19 jaar in de abdij getreden. Hij is er gedurende 14 jaren de prior van geweest en 6 jaren de meester van de nieuwelingen. Hij onderwijst theologie in het instituut te Brussel en vervolgt zijn doctoraalstudies in de universiteit van Sherbrooke (Qc) Op 24 juni 2013 werd hij gekozen voor een mandaat van 12 jaren, en de 21 september was hij gezegende. Het begin van zijn abbatiaat werd getekend door de aanzetting van een priorij ad experimentum in de oude cisterciënzer abdij van ter Kameren in Brussel, waar twee gebroeders van de abdij betrokken zijn. De komende jaren zullen de krachten van het gemeenschap zich richten naar een vernieuwing van zijn pastoraal in een vooruitzicht van evangelisatie, de vergezelling van de verjonging en de integratie van zijn kaders en naar de hernieuwing van zijn onroererd erfdeel.